Het kleinere eiland Comino, gelegen tussen Malta en Gozo, is een paradijs voor snorkelaars, duikers, windsurfers en wandelaars. Comino is slechts 3,5 vierkante kilometer groot, autovrij en afgezien van één hotel vrijwel onbewoond. De belangrijkste attractie van het eiland is de Blue Lagoon. In de zomer is deze beschutte inham met glinsterend aquamarijn water op wit zand erg populair bij dagjesmensen. Andere stranden op het eiland zijn de baai van Santa Marija en de baai van San Niklaw.
Comino is ook in de winter een bezoek waard, en is ideaal voor wandelaars en fotografen. Omdat er geen stedelijke gebieden of auto's op het eiland zijn, kan men gemakkelijk de geur van wilde tijm en andere kruiden opsnuiven.
Comino werd al in de Romeinse tijd bewoond, maar had niet veel betekenis tot de komst van de ridders. Het had toen een dubbele rol: jachtgebied en halteplaats bij de verdediging van de Maltese eilanden tegen de Ottomaanse Turken.
Het eiland was een nuttige uitvalsbasis gebleken voor piraten die in het centrale deel van de Middellandse Zee opereerden, en hoewel het vandaag de dag grimmig en kaal is, leefden er wilde zwijnen en hazen toen de ridders er in 1530 aankwamen. De Grootmeesters deden hun uiterste best om hun wild op Comino te beschermen: wie het jachtverbod overtrad, kon rekenen op drie jaar roeien op een galei.
Na de Tweede Wereldoorlog bleef Comino een achtergebleven gebied tot het toerisme in het midden van de jaren zestig weer aantrok.
Prijs
Gratis